Genre: jeugd
Uitgeverij: De Onderstroom
Uitvoering: paperback
Pagina’s: 200
ISBN: 9789083043708
Verschijningsdatum: januari 2020
Met dank
aan Uitgeverij De Onderstroom voor het recensie-exemplaar.
Inge Strijker is docent
Bedrijfsmatige Informatica bij de Hogeschool Windesheim. Met De
programmeerbende heeft zij een leuk, informatief en interactief jeugdboek
geschreven dat hopelijk deze en volgende generaties weet te enthousiasmeren
voor ICT en in het bijzonder voor programmeren. Gamen doen ze allemaal, maar
met programmeren en spelletjes ontwerpen valt veel geld te verdienen als je
goed bent. Ik was zelf erg jaloers dat ik niet zo briljant ben als de vier
achtstegroepers die zich De Programmeerbende noemt.
Een leuke feit is dat de
hoofdrolspeelster Felienne Hermans ook echt bestaat. Ze is geen elf meer en zit
niet meer in de achtste groep van de basisschool, maar zoals het verhaal zonder
het meisje Felienne niet zou bestaan, zo zou de website die bij dit boek hoort
niet bestaan zonder de volwassen Felienne. Felienne Hermans is docente aan de
TU Delft en heeft met Strijker aan dit project samengewerkt. Alle programma’s
die in het boek genoemd worden en zelf na te bouwen zijn, alsmede een
lesprogramma voor basisscholen, zijn te vinden op deze website.
Inge Strijker: ‘Wat mij betreft is
het in eerste instantie een spannend leesboek, maar ik hoop natuurlijk dat
kinderen door het lezen ervan snappen dat programmeren niet in dat saaie
nerderige hoekje zit, maar erg leuk is voor iedereen. En dat kinderen die heel
erg met computers bezig zijn zien hoe leuk lezen is.’ bron: Francisca
Muller, www.destentor.nl
Felienne is elf en zo dol op
programmeren dat ze dat wel de hele dag zou willen doen. Vader Frans en moeder
Annie zijn heel streng en ze mag niet meer dan een half uurtje per dag op de
computer die in de studeerkamer van haar vader staat. Haar klasgenootjes hebben
eigen computers en zelfs laptops, maar omdat haar ouders een opvoedboek hebben
gelezen over hoe slecht computeren is voor kinderen, mag zij weinig erop. Haar
zusje Britt vindt dat niet erg, zij is op een andere manier creatief en houdt
van tekenen.
Daarom heeft Felienne een
snurkdetectorapp gemaakt die precies aangeeft wanneer haar vader in slaap is
gevallen. Dan sluipt zij rond middernacht naar beneden om met haar klasgenootje
Pepijn te Skypen en om aan haar programma’s te werken. Haar grote droom is om
mee te doen met de Programmeerliga in Riga. Pepijn’s slimme moeder Olga heeft
deze wedstrijd vroeger gewonnen en werkt nu met computers. Een paar jaar
geleden heeft ze zelfs Pepijn en zijn klasgenoten computerles gegeven op hun
basisschool. Zij begrijpt hoe belangrijk programmeren is voor Pepijn en
Felienne.
Om mee te kunnen doen aan de
Programmeerliga moet Felienne een zelfgemaakte programma insturen in de
voorronde. Om haar moeder te paaien, die kunstdocent is en niets met
kunstmatige intelligentie te maken wil hebben, maakt ze een programma dat kan
tekenen.
De school wil een lesrobot kopen en
daarom houden ze binnenkort een markt waar alle leerlingen zelfgemaakte dingen
kunnen verkopen om zo aan het geld te komen. Felienne ziet dit als een
uitgelezen kans om haar ouders te imponeren en bedenkt samen met Pepijn, Jan en
Noortje een aantal leuke programma’s. Sommige zijn ook erg lekker, zoals de
strooprobot die een tekening kan natekenen met stroop op een pannenkoek. En dat
voor maar een euro per stuk! Pepijn had zijn twijfels, maar Felienne overtuigt
hem: ook meisjesachtige meisjes zoals Noortje kunnen heel goed programmeren. Ze
hoeven niet als een jongen uit te zien zoals Felienne met haar korte haar.
Dan opeens doen de computers het niet
meer in het computerlokaal. Ze zijn gehackt! Meer basisscholen zijn gehackt
door ransomware. Maar hun school heeft niet genoeg geld om de hackers te
betalen. Hoe kunnen ze nu de programma’s afmaken voor de markt? Hoe kan ze nou
haar ouders ervan overtuigen dat programmeren en computeren haar leven zijn en
dat ze haar echt toestemming moeten geven voor de Programmeerliga?
Vader Frans is rechercheur en omdat
de computerexpert van de politie ziek is, zit hij nu op de zaak. Waarom hij?!
“Haar vader die meestal mopperend achter de computer zit en schreeuwt: ‘Waarom
snapt dat ding nou nooit wat ik wil?’”(pag.15) Samen met zijn collega Cees gaat
hij vingerafdrukken zoeken voor een cybercrime! Oh jee, haar vader heeft echt
hulp nodig. De Programmeerbende heeft al gauw een idee wie de schuldige zou
kunnen zijn. Nu moeten ze alleen nog het kunnen bewijzen, anders gelooft vader
Frans hun niet.
Wat volgt is een vermakelijke
zoektocht naar de dader en de bewijzen terwijl ze ook naar school moeten en hun
programma’s voor de markt moeten afmaken. Qua sfeer deed het verhaal me denken
aan Brammetje Bond en zijn club van Jan Louwman. Slimme basisschoolleerlingen
die in groepsverband mysteries oplossen, activiteiten uitoefenen en gezellige
uitjes hebben. Ik las ze als kind en verbeeldde me dat ik in de club van
Brammetje Bond zat. Zoals ik nu wilde dat ik in De Programmeerbende zat.
Het verhaal was leuk en spannend met
mooie tekeningen. Het boek leest erg vlot weg, ook door de grootte van het
lettertype en ruimte tussen de zinnen in. Niet alleen is het verhaal erg goed,
door de interactiviteit krijgt het boek een extra dimensie. Daarom geef ik De
Programmeerbende een dikke 3½ van de 5 sterren. Koop het boek voor je kind en
wie weet wordt hij/zij de volgende Mark Zuckerberg of Tim Cook.
Liliën
Perfecte buren
Geen opmerkingen:
Een reactie posten