Bij toeval kwam ik een kleine twee
jaar geleden bij een Moordwijven lunch in Breda Anya Niewierra tegen. Een
bijzonder aardige en bescheiden vrouw met een heerlijk Limburgs accent.
Nietsvermoedend kocht ik daar haar boek Het
Dossier. Ik kan heel veel lof uitingen over dat boek declameren, maar laat
ik volstaan met de vermelding dat Het
Dossier diepe indruk op mij gemaakt heeft en een van de beste boeken was
die ik de laatste twintig jaar had gelezen. En nu is er een nieuw boek van haar
hand, Het Bloemenmeisje. Wederom een
fantastisch boek. Wéér vijf sterren voor mij. Als directeur van de VVV
Zuid-Limburg heeft zij een heel veeleisende baan. Hoe krijgt ze het voor elkaar
om van die prachtige boeken te schrijven, waarvoor ze duidelijk veel research
heeft moeten doen, naast dat drukke, bijna jetset-achtige leven van
VVV-directeur? We ontmoeten elkaar op het Centraal Station in Utrecht waar we
in een koffietentje gaan zitten.
Anya: ‘Ik leid best een druk leven.
Ontmoet veel mensen, moet veel praten, presentaties geven enzovoorts. Schrijven
en schilderen, twee solitaire bezigheden, zijn mooie tegenhangers van al die
drukte. Zo kom ik weer in balans. Ik kijk geen televisie en blijf fit en helder
door mijn hardlopen, wat ik het liefste vroeg in de morgen doe.’
Roelant: ‘Je bent een echte
Limburgse?’
Anya: ‘100%. En daar ben ik trots op.
Limburg is echt mijn thuis. Ik voel me gezegend dat ik een thuis heb. Er zijn
veel mensen die dat niet hebben. Die gaan van plek naar plek en kijken waar het
werk of iets anders hen brengt. Maar ik heb een thuis. Ik ben in Kerkrade
geboren. Aan de overkant bij ons was Duitsland. Toen ik geboren werd, was daar
nog prikkeldraad en een muur. Een heel duidelijke grens. We hadden bij ons geen
zwembad. Mijn moeder was als kind op een keer bijna verzopen, zodat ze het
belangrijk vond dat ik heel jong al moest leren zwemmen. Dan kreeg ik een
beursje mee met Duitse marken en mijn paspoort. Dan ging ik op mijn fiets de
grens over met iedere keer de controle door de douane, die daar met geweren de
grens bewaakten.’
Roelant: ‘Ging je alleen? Geen broers
of zussen die meegingen?’
Anya: ‘Ik heb één, twee jaar jonger
zusje, maar naar dat zwembad ging ik altijd alleen. Maar dat was geen probleem.
Toen waren de kinderen vrijer dan nu. Er waren geen mobiele telefoons. We
gingen ook spelen in het bos en je ging pas naar huis wanneer je honger kreeg.
We hadden geen tijden of zoiets. Ik kreeg pas een horloge bij mijn Heilige
Communie. Maar dat mocht ik alleen omdoen op zondag als ik de nette kleren aandeed.
Dat was te kostbaar om mee buiten te spelen. [schaterlachend] Dat soort gekke
herinneringen zul jij toch ook wel hebben uit je jeugd? Mijn middelbare school
heb ik op het gymnasium van Rolduc gedaan.’
Roelant: ‘Dat is toch een seminarie,
opleidingsplek voor priesters?’
Anya: ‘Het was ook een reguliere
middelbare school. Sinds de Mammoetwet van enkele jaren daarvoor mochten er ook
meisjes daar naar school. Het was uitstekend onderwijs. Best streng, maar daar
had ik geen moeite mee. Belangrijke dingen die ik daar geleerd heb, komen mij
nog steeds van pas in mijn leven als schrijver, zoals structuur,
doorzettingsvermogen, concentratie en heel gedisciplineerd omgaan met taal. Je
leerde er ook om na te denken. Neem nooit iets zomaar aan, was een belangrijk
credo op die school. Een van de eerste lessen bij Grieks was dat we de zaken in
twijfel moeten trekken. We werden continu uitgedaagd om te kijken: wat is
waarheid? Dat zijn van die zinnen die je hele leven bij je blijven. Veel van de
docenten waren pater, zo ook de docent die dat vak gaf. Best vooruitstrevend
voor een Katholieke school.’
Roelant: ‘Ik herken dat wel. Mijn
middelbare school was ook bij de paters, de Jezuïeten van het Ignatius College
in Amsterdam. In je boek laat je de hoofdpersoon zeggen: Ik leerde dat
waarheden wijzigen met plaats en tijd.’
Anya: ‘In deze tijd van fake nieuws
komen dat soort gedachten en twijfels nog sterker naar boven. Mijn houding om
niets zomaar klakkeloos aan te nemen, stamt uit die tijd. Na mijn gymnasium wilde
ik naar de Kunstacademie, maar dat is helaas niet gelukt. Ik was 17 toen ik
daar auditie voor deed, kwam uit een heel beschermend gezin. Mijn vader had
zich opgewerkt uit de mijnen. Omdat die rond die tijd net gesloten waren,
werkte hij veel in de Randstad. Mijn moeder was met 14 jaar van school gegaan.
Kortom, we hadden thuis geen tijd om naar musea en dergelijke te gaan. Mijn
praktijk gedeelte was goed, maar mijn theoretische kennis onvoldoende. Ik mocht
over een paar jaar terugkomen om voor een tweede keer toelating te doen. Maar
mijn leven was in die volgende jaren zó veranderd dat ik dat niet meer heb
gedaan.’
Roelant: ‘Wat ben je toen gaan doen?’
Anya: ‘Diverse dingen. Ik ben au-pair
in Zwitserland geweest, Frans gestudeerd en heb een secretaresseopleiding
gedaan. Dat was heel handig trouwens, je leert organiseren, filen, rubriceren
enz. Van die vaardigheden heb ik nog steeds elke dag profijt. Daarna ben ik
naar de school voor toerisme en verkeer gegaan. Vanaf dan alleen maar in het
toerisme gezeten. Dat vond ik geweldig. Het is een heel mooi en spannend
werkveld.’
Roelant: ‘Was je altijd al
geïnteresseerd in reizen?’
Anya: ‘Ik was geïnteresseerd in
andere volkeren. Niet de reis an sich, maar in het denken van andere mensen en
in andere sociale systemen. Culturele antropologie of geografie waren ook
mogelijke studiekeuzen voor me geweest. Maar in mijn jeugdige naïviteit dacht
ik dat dat vooral met reizen te ontdekken was. Ik ben nog steeds veel over
antropologie aan het lezen. Waarom doen mensen wat ze doen? Heb ik voor dit
boek, Het Bloemenmeisje, ook gedaan.
Over sjamanen, over alternatieve geneeswijzen enz. In 2003-2004 heb ik met mijn
gezin een rondreis door China gemaakt. Omdat Frans, mijn man, alternatieve
geneeswijzen gestudeerd heeft, gingen we overal de apotheek binnen. Heel
interessant. Wat me altijd bij is gebleven, is dat het uiterlijk van zo’n
apotheek precies hetzelfde is als bij ons met moderne meubels en witte kasten,
maar de inhoud is anders. Er liggen alleen maar losse kruiden in de vakken. In
een héél klein hoekje achteraf staan “onze” bekende geneesmiddelen en pillen.
Enkele dagen daarna werd mijn man onwel in Peking en viel om op straat. Twee
jonge mannen kwamen erbij en smeerden uit een potje iets op zijn voorhoofd en
lieten hem daaraan ruiken. Vrij snel was het weer goed met Frans. Het potje
mochten we houden voor “als het nog eens mocht gebeuren”. Geen idee wat erin
zat natuurlijk, maar het hielp wel. In zo’n apotheek nóg zo’n potje gekocht en
terug in Nederland proberen uit te zoeken wat de samenstelling ervan was. Het
bleek een combinatie van kruiden en geuren waar het lichaam sterk op reageert.
In het Westen hebben we de neiging om heel erg binnen onze eigen cocon te
blijven, terwijl er daarbuiten nog heel veel andere werelden zijn. Shakespeare zei het al: There’s more between
heaven and earth than meets the eye. Ik merk het ook in Zuid-Frankrijk; die
mensen zijn met andere dingen bezig. De natuur is heel helend voor de mens. Met
mijn nieuwe boek, Het Bloemenmeisje,
heb ik dat ook een beetje willen overbrengen. Ik geloof daar heilig in. Een
plek beïnvloedt je gedrag. De energie van een plek kan je nerveus maken,
energie geven, rustig maken of gewoon je gedachten sturen. Ik ben daar heel
sensitief voor. Voor mijn werk moet ik bijvoorbeeld geregeld naar Brussel. Ik
ga naar die vergadering en maak daarna dat ik zo snel mogelijk weg kom. Die
stad, daar voel ik me niet prettig. Daar probeer ik zo kort mogelijk te zijn.
Bij bepaalde steden heb ik dat heel sterk. Van de zomer had ik dat ook voor het
eerst bij Barcelona. Ook het centrum van Amsterdam voelt niet meer zoals
vroeger voor mij. Heb jij dat ook?’

Roelant: [geschrokken] ‘Nee, totaal
niet.’
Anya: ‘Het kan ook zijn: te veel
toerisme…’ [we barsten beide in lachen uit] De natuur is helend voor de mens,
we komen voort uit de natuur.’
Roelant: ‘Maar natuur is wel een luxe
geworden.’
Anya: ‘Dat is heel triest. In
Zuid-Limburg hebben wij geluk. Daarom ga ik ook zo graag naar Zuid-Frankrijk,
daar is een overdaad aan natuur. Wat ik zo mooi vind van de Camino [dit is de
pelgrims wandelroute vanuit de Pyreneeën in Frankrijk naar Santiago de
Compostella in Spanje] die ik heb gelopen van de zomer is dat ik soms uren heb
gelopen zonder ook maar één mens te zien of te horen. Dat had ik niet verwacht.
Ik liep het alleen, maar er zijn heel veel mensen die die route lopen volgens
het officiële pad. Vanwege de research van mijn volgende boek heb ik dat
gedaan. Die stilte is helend. Volgende vraag.’
Roelant: ‘Uit je vorige boek, Het Dossier, blijkt je liefde voor de
schilderkunst. Wanneer heb je dat schilderen weer opgepakt nadat je was
afgewezen voor de Kunstacademie?’
Anya: ‘Dat schilderen heb ik nooit
opgegeven, altijd mee door blijven gaan. Met het studeren was dat lastiger, in
het buitenland ook, maar ik ben altijd door blijven schilderen. Overal in de
familie hangt wel wat van mij.’
Roelant: ‘Heb je een atelier aan
huis?’
Anya: ‘Ik heb een kleine kamer die
voor dat doel bestemd is. Helaas niet met het goede licht daarin. In mijn
vorige huis had ik een betere kamer daarvoor. Maar goed, ik woon nu mooier en
ik schrijf ook meer. En als ik schrijf, schilder ik niet, geen groot werk
bedoel ik. Tussen 2009 en 2011 heb ik, parttime, de kunstacademie in België
gedaan. Maar na onze verhuizing ben ik vooral gaan schrijven.’
Roelant: ‘Waar kwam die
schrijversdrang vandaan?’
Anya: ‘Ik schreef altijd al veel,
beroepsmatig. Marketingplannen, teksten voor brochures, al die dingen. Dat is
natuurlijk wel heel wat anders, maar een toeristische visie schrijven is ook
iets creëren. Je denkt na over wat je wil met dit gebied of die stad en je gaat
onderzoek doen. Ik denk dat het kantelmoment kwam toen wij koningin Beatrix op
bezoek kregen toen wij 125 jaar bestonden. De traditie van de VVV was dat wij
elke keer bij een groot jubileum een boek maakten. De journalist die dat voor
ons zou gaan doen, haakte op het laatste moment af. Toen besloot ik dat zelf te
gaan doen met een oud-collega. Dat beviel me wel. In dezelfde tijd kreeg ik een
telefoontje van de burgemeester, uit Mosset, het dorpje waar we een schuur
hadden, dat door een storm het dak was ingestort en de boel nog verder naar
beneden dreigde te vallen op andere huizen. In paniek racete ik snel naar
Frankrijk om de boel te regelen. Het is een heel vreemde gewaarwording als een
dak en een deel van de muur is weggevallen van je huis. Dat is symbolisch voor
het leven. Als iets fundamenteel wijzigt, kun je anders tegen dingen aan gaan
kijken. In Frankrijk werkt het zo in de bouw: je moet er continu bij zitten
anders gebeurt er niks of veel langzamer. Dus ik op een fruitkistje erbij
zitten. Ideeën voor verhalen kwamen spontaan boven. Toen besloot ik die
gedachtes op te schrijven. Langzaamaan kwam er een heel verhaal. Eenmaal terug
in Nederland ben ik dat gaan uitwerken. Zo is Vrij Uitzicht, mijn eerste boek, ontstaan. Bij toeval kwam ik Kitty
Bakker [uitgever van B for Books] tegen bij BV. Limburg. Dat is een cultuur
versterkende organisatie, die ook het lezen en schrijven onder de mensen wil
bevorderen. Ik vertelde haar dat ik een manuscript had van een thriller. Kitty
gaf me haar kaartje en zei dat ik het haar mocht opsturen. Een tijdje later
belde ze me op om me te vertellen dat ze het boek heel goed vond en het wilde
uitgeven. Zo is het begonnen. Daarna kwam Het
Dossier. Lili de Ridder heeft bij die boeken de eerste 70 pagina’s de
redactie gedaan, om me op weg te helpen. Bij Het Bloemenmeisje heeft ze het hele boek onder handen genomen. Dat
was fijn. Ze verzuchtte zelfs dat ze bij die eerste twee boeken van me het
gevoel had gehad dat ze vóór het zingen de kerk uit moest.’

Roelant: ‘Hahaha, dat zegt een
vrouw!’
Anya: ‘Zij heeft een onvervalste
humor, die is zo droog. Na Het Dossier
werd ik door diverse uitgeverijen benaderd. Het is Grietje Braaksma geweest die
me heeft aangemoedigd om mijn schrijverschap volledig tot ontwikkeling te laten
brengen. Zij vond mij onderscheidend in mijn verhalen en originaliteit. En daar
hoort volledige redactie bij een grote uitgeverij bij. Het Bloemenmeisje is een verhaal met veel gedachtes. Ik hoop dat de
lezers dat observeren, dat ze ook het onder-verhaal meenemen, dat ze het niet
alleen als een puzzel thriller lezen, maar dat ze ook de transformatie van de
mens Nina meekrijgen.’
Dank je wel, Anya, voor dit
bijzondere gesprek.
Roelant
Perfecte Buren
Lees HIER de recensie van 'Vrij uitzicht'
Lees HIER de recensie van 'Het dossier'
Lees HIER de recensie van 'Het Bloemenmeisje'
Winnaars die het boek ‘Bloemenmeisje’ binnenkort mogen ontvangen zijn: Britney
Maes - Nathalie
Hogendorf - Lucette Commies